‘Werk’ is meer dan betaalde arbeid. Werk is meedoen.
Mensen die intensieve hulp nodig hebben om mee te doen, hebben baat bij een contract met de samenleving.
Met veel plezier kijken we met z’n allen naar de economische groei, naar de daling van het werkloosheidspercentage. Meer mensen aan het werk draagt bij aan mens, economie en samenleving. Maar helaas blijven, ondanks de positieve berichten over de daling van de werkloosheid, te veel mensen aan de kant staan. Ondanks alle goede afspraken en goede bedoelingen. Ondanks alle inspanningen zijn we als samenleving blijkbaar nog steeds niet in staat om iedereen die wil en kan een plek te bieden in een (vrijwillige) werkomgeving.
Wij, Stichting SBI (Campus Landgoed Zonheuvel) en het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie (CAI), zijn ervan overtuigd dat ‘meedoen’ in een werkomgeving in velerlei opzichten voor bijna alle mensen belangrijk is. Meedoen geeft zin aan het bestaan van mensen. En dat dit ‘meedoen’ weer een positief effect heeft op de samenleving, behoeft geen betoog. Wij stellen ons ten doel om iedereen die wil en kan een plek te bieden in een werkomgeving. Daarbij hanteren we een brede definitie van werk en van meedoen.
Anders denken, anders doen en veranderen met perspectief zijn de woorden waarlangs wij de slogan ‘iedereen doet mee’ vormgeven. Niet via een beleidsregel, niet via een blauwdruk. We vragen niet om aanpassingen van instituties of aanpassingen in wetgeving, maar denken andersom door het anders bundelen van bestaande middelen en ideeën.
Ons idee: een contract met de samenleving
Wij accepteren niet langer dat er 950.000 mensen (buiten de WW om) niet op de één of andere wijze mee kunnen of mogen doen. Uiteindelijk beslissen we als samenleving zelf of mensen wel of niet mee mogen doen op de (betaalde/onbetaalde) arbeidsmarkt. Soms door wetgeving, soms door onwetendheid, soms door niet kunnen, soms door verkeerde afspraken.
Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die niet aan het werk komen zonder intensieve hulp, krijgen via een samenwerkingsverband van werkgevers, gemeenten en opleidingsinstituten een zogeheten contract met de samenleving. Een contract voor vier jaar. Vier jaar omdat het wel vier jaar duurt om de afstand te overbruggen, tussen niet meer meedoen en meedoen. Niet voor niets duurt een beroepsopleiding vier jaar. Of vergelijk het met het ontstaan van een blessure. Die ontstaat meestal geleidelijk, totdat we uiteindelijk met klachten bij de dokter uitkomen. De herstelperiode duurt vaak net zo langs als de ontstaansperiode.
En dan is een traject voor iemand met afstand tot de arbeidsmarkt van drie maanden dus veel te kort. Het contract met de samenleving betekent voor ons een contract met de (decentrale) overheid, regionale werkgevers en opleidingen (verschillende gradaties). Iedere deelnemer krijgt een persoonlijke leer-werklijn waarbij de mogelijkheden, kwaliteiten en capaciteiten van de deelnemer het tempo en de inhoud van het traject bepalen. We spreken niet langer van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In plaats daarvan hebben we het over deelnemers in de kern van de arbeidsmarkt waar de samenleving omheen staat. De samenleving haalt deze deelnemers naar zich toe en brengt ze in beweging. En de tijd is onze vriend.
Het meedoen, niet de uitkering staat centraal
De huidige sociale zekerheid is nog te veel ingericht langs de lijn van de financiële zekerheid. De uitkering staat centraal. Bij ons staat het meedoen centraal. Meedoen houdt in dat je als deelnemer een contract met de samenleving tekent. Meedoen betekent dat je met je eigen programma, je eigen wensen, je eigen geld verdient. De uitkering is passé. De samenleving betaalt omdat je meedoet en mee mag doen en de extra (opleidings)activiteiten waarin je meedoet in jouw programma reken je af met maatwerkvouchers. Maar vanaf dag één ontvangt de deelnemer een salaris. Je eigen programma vul je in met vouchers voor bijvoorbeeld meer of minder begeleiding, meer of minder werkervaring meer of minder leren.
Maar een samenleving bestaat uit meer dan werken. De vouchers geven ook mogelijkheden voor andere activiteiten, andere zorg, voor schuldhulpverlening, voor… Eigenlijk alles wat nodig is om je contract met de samenleving tot een succes te maken.
Het doel: volledige werkgelegenheid
Alles wat je echt wilt is realiseerbaar. Ons initiatief past bij het belangrijkste doel van onze economie: volledige werkgelegenheid. Waarbij ‘volledig’ en ‘werk’ en ‘gelegenheid’ natuurlijk op verschillende manieren gedefinieerd kunnen worden. Iedereen doet mee. Dat lukt alleen als al die anderen die al meedoen, hierin ook meedoen. Maar dat is niet zomaar gerealiseerd. Het woord inclusie gaat dus breder dan de doelgroepbenadering. Inclusie bereik je als iedereen helpt.
‘Volledig’ is niet ons heilige doel, maar stel dat je 10 procent van de huidige groep mensen die vandaag echt niet meedoen hiermee helpt, dan hebben we een enorme slag gemaakt.
‘Werk’ is meer dan betaalde arbeid. Werk is meedoen. Werk is ook ontwikkelen, proeftuinen bouwen, leren, maar ook mislukken. Maar in alle gevallen onder de paraplu van het contract met de samenleving. We laten gedurende vier jaar niemand los. Natuurlijk meedoen is wat lokale overheid, werkgevers en onderwijsinstellingen bieden.
‘Gelegenheid’, er is in Nederland werk genoeg, maar niet volgens de definitie van betaalde arbeid. Werkgevers, werknemers, overheid en onderwijs spannen zich natuurlijk al heel lang in voor deze doelgroep. Maar blijkbaar niet met voldoende succes. Kan het fundamenteel anders?
Een experiment met 25 deelnemers
Met ons initiatief bieden we 25 mensen een contract met de samenleving, met een vierjarig maatwerkprogramma. De huidige bronnen, uitkering, subsidies en dergelijke, blijven gebruikt worden. Deelnemers ontvangen echter vanaf dag één een salaris.
25 werkgevers doen mee en adopteren ieder één deelnemer (die overigens niet vier jaar bij die werkgever zijn, deelnemers lopen hun eigen programma en kunnen wisselen van werkplek). Vijf opleidingsinstituten doen mee en adopteren ieder vijf deelnemers (deze deelnemers doorlopen hun eigen programma). Vijf gemeenten (via sociale diensten) doen mee en adopteren ieder vijf deelnemers.
Iedere deelnemer heeft dus en een persoonlijke coach (via een voucher) maar ook een werkgever, een opleidingsinstituut en een gemeente die de deelnemer met raad en daad kan bijstaan. In het persoonlijke programma kan werken, leren, ontwikkelen en helpen, de komende vier jaar in verschillende periodes ingevuld worden. De coach, de werkgever, opleiding en de gemeente volgen samen de deelnemer en het succes van de deelnemer (definitief meedoen) is ook hun succes.
Een mensencase
Uiteraard leven we in een wereld waar gerekend moet worden. Maar we leven ook in een wereld waar vaak eenzijdig gerekend wordt met financiële, economische kosten. In onze mensencase willen we ook ruimte vragen voor het rendement van geluk: geluk voor de deelnemers en geluk voor de samenleving. Op die wijze rekenen verrijkt ons pas echt. Wie bouwt ermee aan deze mensencase?
Jaap Jongejan is directeur-bestuurder van de Stichting SBI en voorzitter van het Centrum voor Arbeidsmarktinnovatie.