op Gepost in de categorie Column

Terugblik op het onderwijs startevent ‘Beloning versus waardering in het onderwijs’

Geschreven door Trouw journaliste Marissa Klaver.

We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken? Op zoek naar de grenzen van onze taal om de grenzen van onze werelden te verkennen, organiseerde Welkom in Bubbelonië op 4 maart 2019 een middag voor onderwijsprofessionals.

In het klaslokaal hebben woorden steeds vaker een economische lading. Bij ‘Welkom in Bubbelonië’ onderzochten onderwijsprofessionals maandag hun eigen taalgebruik.

“Waar komen onze woorden eigenlijk vandaan?” In een zwart pak met een paarse stropdas staat Denker des Vaderlands René ten Bos op maandagmiddag voor ruim honderd onderwijsprofessionals. Excellentie is een woord van Aristoteles, vertelt hij in een hotel op Landgoed Zonheuvel in Doorn. “Voor hem betekende excellentie het gouden midden tussen twee ondeugdelijkheden. In het onderwijs is het een puur administratieve eigenschap geworden. Ben je snel genoeg klaar?” Uit de zaal klinkt een schaterlach van herkenning.

Met het project “Welkom in Bubbelonië” onderzoeken Trouw-journalist Peter Henk Steenhuis en Stichting SBI de grenzen én mogelijkheden van onze taal. In Doorn gaan docenten en onderwijskundigen – maar ook ingenieurs en directeurs – nu ook zelf in gesprek over de economische lading van woorden in het onderwijs.

Roeping

De aanwezigen verzamelen in groepjes van vijf of zes. Op tafel liggen discussiekaartjes met woordparen, zoals roeping en drijfveer. “Een roeping hebben, dat kan eigenlijk niet meer”, zucht Ada Görtz (58), taalvrijwilliger voor inburgeraars. “Die passie zorgt dat je jezelf over de kop werkt.” Onderwijsadviseur Myrjam Lieskamp (62) slaat met haar hand op tafel. Ze mist juist het gevoel wat bij roeping hoort. “Alles moet volgens het boekje, dus het gevoel van beroepstrots is na de eerste werkdag al snel verdwenen. Je mag bijna niet op je eigen instincten vertrouwen.”

Bij het zien van het woordje werkdruk, benadrukt theaterdocent en projectleider Maaike van der Geest (38) dat ze dol is op het mbo. “Maar door de werkdruk denk ik soms: kan ik niet beter worsten verkopen bij de Hema?” In de auto vanuit Friesland besprak ze met collega’s al het woord ‘baanboetseren’. Door werk toe te spitsen op interesse en talent, ‘boetseer’ je samen met collega’s je eigen werkzaamheden. Het idee: het werk wordt boeiender, waardoor de werkdruk afneemt. Een woord waardoor je instelling verandert, vindt Van der Geest. “Het gaf ons meteen het gevoel van: dit kunnen wij, we gaan dit samen doen.”

Nieuwe manier van communiceren

Het veranderen van taalgebruik betekent een nieuwe manier van communiceren, zegt Ineke Zuidema (55), docent aan de lerarenopleiding Nederlands. “Door het leenstelsel zitten we allemaal vol in het economisch denken. Als studenten ergens geen studiepunten voor krijgen, dan willen ze het niet.” Door van die verplichte boekenlijst een leesclub te maken, worden haar studenten toch weer enthousiast. “Uiteindelijk zitten die economisering vooral in ons hoofd. We kunnen dus ook uit taal losbreken. Als dat gebeurt, is dat enorm inspirerend.”

Dat losbreken blijkt nog niet zo makkelijk. Woorden als efficiëntie, productiviteit en “de regie nemen” vliegen ook in Doorn veelvuldig over tafel. Economische termen zorgen voor een ontkoppeling tussen hart en hoofd, zegt tekstschrijver Lilian Hoogendoorn (61). En niet alleen in het onderwijs. “Wanneer ik een tekst schrijf voor jonge ondernemers, moet dit vooral zoveel mogelijk zoektermen opleveren. Frustrerend. Durf taal te gebruiken om je eigen verhaal te vertellen, zeg ik dan: niet alleen om economische waarde uit te drukken.”

Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Volg @bubbelonie op Twitter.