Onze eurozone staat vanaf deze week steviger op zijn grondvesten, er is namelijk een belangrijk akkoord gesloten. Het is een compromis, dat kan niet anders, maar minister Hoekstra van financiën toonde zich dinsdagochtend in Brussel ‘zeer tevreden’. “Ik heb me het afgelopen jaar drie slagen in de rondte gevlogen, gebeld en geappt”, zei hij. “Het woord eurozonebegroting is uit de tekst. Ik wil het woord stabilisatie niet meer horen.”
Wat is er met het woord ‘stabiliteit’ aan de hand, dat Hoekstra het niet meer wil horen? Het woord verwijst in dit verband naar het Stabiliteits- en Groeipact, een reeks afspraken tussen landen van de Economische en Monetaire Unie die de waardevastheid van de euro moeten garanderen. Om deze waardevastheid te garanderen hoopt de Franse president Macron op een gezamenlijke Europese begroting. Onze eigen Mark Rutte is mordicus tegen. Nu is er een compromis: geen eurozonebegroting, wel stabiliteit. Daarom die tevredenheid.
Maar nu, een paar dagen later verschijnen er donkere wolken aan ’t zwerk. Of beter gezegd: gele hesjes. De Franse geograaf Christophe Guilluy zei deze week in Nieuwsuur: “Wat we nu zien, in alle landen, is de verdwijning van de middenklasse. Dat is een enorm probleem waarvoor we nu de politieke en culturele rekening gepresenteerd krijgen.” Wie niet kan aanhaken bij de stedelijke elite, stelde Guilluy, is gedoemd te verarmen op het platteland. “De middenklasse is de ruggengraat van de democratie. Zij staat voor het verlangen naar rust en stabiliteit, voor het zoeken naar het compromis. Als zij wegvalt, rest slechts fragmentatie en chaos.”
Dit is vreemd: er is een tevredenstemmend compromis, de stabiliteit van de euro is gegarandeerd en tegelijkertijd dreigt er fragmentatie en chaos – op het oog toch geen toonbeeld van stabiliteit.
Stabiel komt van het Latijnse stábilis, dat ‘vaststaand’ en ‘standvastig’ betekent. Het woord staat ook voor bestendigheid en duurzaamheid. Je zou het volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal kunnen gebruiken bij de uitvoering van bouwwerken, als er voorzorgen dienen te worden genomen “ten einde de stabiliteit van het gebouw te verzekeren”.
Losgezongen van de publieke opinie
Dat Hoekstra het woord ‘stabiliteit’ niet meer kan horen, is begrijpelijk: het is een woord uit de financiële bubbel geworden dat hij afgelopen maanden veel te veel in de mond heeft moeten nemen. Maar het woord is wel losgezongen van een taal die er in ons privéleven of in het publieke leven toe doet.
Is dat erg? De zestiende-eeuwse Florentijnse filosoof Machiavelli zou hier wel degelijk een gevaar inzien. “Niets is er dat een staat zo stabiel en evenwichtig maakt,” schreef hij “als het kiezen van een structuur waarin het mogelijk is dat een omslag van de publieke opinie zich binnen een wettelijk kader kan manifesteren.” Machiavelli geldt als de grondlegger van de moderne politieke wetenschappen.
Past het tevredenstemmende compromis van Hoekstra in een dergelijke structuur? Het lijkt er niet op dat de woede van de gele hesjes in welk wettelijk kader dan ook valt in te passen. Hoekstra’s compromis is volkomen losgezongen van de publieke opinie.
‘Ik wil het woord stabilisatie niet meer horen,’ zei Hoekstra. Een verstandige uitspraak? Om een duurzame Europese Unie tot stand te brengen, lijkt het slimmer het woord juist wél te gebruiken, maar dan in zijn oorspronkelijke betekenis, buiten de financiële context die het woord heeft ingekapseld.
Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks bij Trouw woorden onder de loep. Lees hier eerdere columns terug en volg @bubbelonie op Twitter voor inspirerende Bubbelquotes.