Tekst: Desmond Thuis en Wim Oolbekkink
“De identiteit van een mens wordt bepaald door betekenisvolle anderen in zijn of haar omgeving. Het vermogen om je in een ander te verplaatsen vormt hiervan de kern.” Aan het woord Henri Bontenbal, partijleider van het CDA. Hij was augustus 2024 aanwezig als spreker op het Christelijk Sociaal Congres op Landgoed Zonheuvel. Evenals de voltallige CDA-fractie, die zich aan het voorbereiden was op het nieuwe politieke seizoen.
“We kregen als CDA-fractie op ons verzoek een rondleiding over het uitgestrekte landgoed door circulair landgoedbeheerder Peter van Doorn. Zijn visie over het planten van bomen raakt me en sluit aan bij mijn visie. Hier op het landgoed staan bomen die vijftig jaar geleden zijn geplant voor onze generatie. Peter doet dat weer voor zijn kleinkinderen en hun toekomst, zodat zij over vijftig jaar er plezier en voordeel van hebben. De Chinezen zeggen: de beste tijd om een boom te planten was 100 jaar geleden. De op één na beste tijd is nu.”
Dit voorbeeld raakt aan het jaarthema van SBI: Zie jij het perspectief van de ander? Een gesprek met Bontenbal over hoe hij dit vanuit zijn persoonlijke en politieke visie invult.
Bontenbal: “Als ik hierover nadenk komen bij mij alle klassieke christendemocratische ideeën naar boven. In de politiek gaat het over verschillende mensvisies. Hoe beoordeel je de mens als wezen? Daarin verschillen politieke ideologieën principieel van elkaar. Dat leidt tot verschillende maatschappijvisies en verschillend beleid. Wij vinden dat een mens echt mens is in relatie tot anderen. Dat bepaalt je identiteit. Het is een fictie om de mens als een volledig autonoom en rationeel wezen te zien. We maken ook vaak morele keuzes. Het huidige en voorgaande beleid is gebaseerd op de calculerende burger die uit is op maximale behoeftebevrediging. Dat is gewoon niet waar. Als je met verkeerde beelden beleid gaat maken en dat als overheid blijft zeggen, dan gaat de samenleving zich daar ook naar gedragen. Het is een self-fulfilling prophecy. Als je burgers decennialang niet aanspreekt op hun burgerschap, dan gaan ze zich daarnaar gedragen. Als een overheid zich opstelt als bedrijf met de burger als klant, dan schep je verwachten en gaan burgers zich ook als klant gedragen.”
Hoe is dit tij te keren?
“De overheid is geen opvoeder. De overheid kan wel het gemeenschappelijke, faciliteren en stimuleren. We willen dat sommige dingen door de samenleving zelf worden opgepakt. Maar heel vaak loopt die samenleving zelf ook gewoon aan tegen regelgeving en wetten die hen niet in staat stellen om het te doen. Om een voorbeeld te geven: mensen willen een vereniging oprichten. Dan wordt het ze vervolgens heel moeilijk gemaakt om een bankrekening te openen.”
Dus mensen moeten instaat zijn om hun maatschappelijke rol te pakken. Dat raakt ook aan medezeggenschap, één van de thema’s van SBI.
“Het gaat over normeren. Wat is menswaardige arbeid? Het terugdringen van flexbaantjes, gemaakt omdat mensen goedkoper zijn als je ze snel van ze af kunt. Daar zie ik een duidelijke overheidsrol. Er zijn bedrijven die winst willen maken over de rug van kwetsbare mensen. Arbeidsmigranten die in een halve varkensstallen worden gezet met z’n zessen op een kamertje. Geen baan meer? Dan slaap je onder de brug. Dat is bedrijvigheid waarbij je de externe kosten op de samenleving afwendt.”
En de rol van bedrijven?
“Ik denk dat bedrijven ook een rol kunnen spelen. Het is lastig om dat hard in regelgeving te zetten omdat het internationale bedrijven zijn. Je kunt bedrijven niet verplichten de stakeholder, als de raad van commissarissen of de werknemer een plaats aan tafel te geven. Geef werknemers een plaats bij besluitvorming en winstdeling. De zeggenschap zit op belangrijke thema’s als duurzaamheid en duurzame relaties. Wanneer alle lagen betrokken zijn, ga je als bedrijf beter functioneren en zijn medewerkers meer betrokken. Wij gaan de komende tijd kijken hoe we dit beter kunnen maken.”
Hoe ziet dat er in de praktijk uit?
“Pragmatisch zou je kunnen zeggen dat in elke raad van commissarissen, één zetel niet wordt ingenomen door de aandeelhouders maar door de stakeholders. We kunnen bedrijven wél oproepen om dit te doen. De komende tijd wil ik gaan bekijken wat mogelijk is. We hebben samen met de SP een motie ingediend om te onderzoeken hoe je winstdeling in bedrijven beter kan vormgeven. Die motie is aangenomen, dus daar wordt dan onderzoek naar gedaan, maar het zijn nog wel kleine stapjes.”
De duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) komen ook steeds meer op de agenda te staan binnen het bedrijfsleven. Welke plek neemt dit binnen het CDA in?
“Zeker, het gaat om de brede welvaart in contrast met een eenzijdige focus op economische groei. Het is niet zo dat Nederland alleen maar stuurt op economische groei. Ik denk dat we meer kunnen doen met die sturing op brede welvaart. Zeker als de overheid breed kijkt en niet alleen zoekt naar goede indicatoren. Aan de bedrijfskant weet ik dat veel bedrijven al lang daarmee bezig zijn. Het begint gewoon met verslaglegging. Europa gaat het nu ook eisen. We moeten wel kijken naar administratieve lasten. Kleine ondernemers maken we helemaal gek met regeltjes en administratieve lasten. Ik denk dat veel bedrijven er al mee bezig zijn. In het MKB zie je verschillen. De meeste grote bedrijven zijn wel aan het nadenken over duurzaamheidsdoelen. Ook hier geldt: het is moeilijk te verplichten.”
Je zou er dan een soort New Deal-plan van kunnen maken?
“De nadruk op groene industriepolitiek komt uit de koker van het CDA. Daar hebben wel erg op ingezet. Er is een nieuwe industriële revolutie nodig, waarbij we gaan proberen om producten die cruciaal zijn voor het functioneren van de huidige samenleving, op een groene manier te maken.”
Zie jij nog een soort nieuwe rol, misschien wel een nieuwe emancipatie van medewerkers, in relatie tot die duurzaamheidsuitdaging?
“Ja, met name op die maatschappelijke vraagstukken. Neem bijvoorbeeld energietransitie of het klimaat. Hoe heb ik als werknemer in dat dossier invloed op organisatie beslissingen. Naïef, maar ik hoop dat directies zelf inzien dat het verstandig is om medewerkers te betrekken. Bedrijven die maatschappelijke vraagstukken niet serieus nemen, worden minder aantrekkelijk voor medewerkers. Bedrijven die het niet doen verliezen straks hun license to operate. Vooral bij jongeren. Daar zitten de nieuwe ideeën en creativiteit. Geef jongeren de kans dat in te zetten. Wanneer je echt iets wil veranderen, ga dan bij een bedrijf als Shell of Tata Steel werken om de verandering van binnenuit te doen. Blijf niet aan de zijkant staan. Sla de brug.”
Dit is een artikel uit de Zonheuvel krant, najaar 2024
Naschrift
We ontmoetten Henri Bontenbal eerder op het Lubbers-symposium in het voorjaar van 2024 waar hij een voordracht over ecologisch burgerschap hield. Ruud Lubbers is voor Bontenbal een van de belangrijkste inspiratiebronnen. Oud-premier Lubbers was in de jaren negentig een van de drijvende krachten achter het Handvest van de Aarde (het Earth Charter) dat in 2000 werd gepresenteerd.
SBI is endorser van het Earth Charter, medeorganisator van de jaarlijkse Earth Charter vieringen, en op het landgoed zijn namens de Earth Charter-beweging verschillende bomen voor de toekomst gepland.