Michiel van der Schaaf was directeur van campuspartner Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT) Heuvelrug & Vallei. Hij verlaat dit samenwerkingsverband van negen gemeentes, twee provincies en het bedrijfsleven. Vanaf januari begint hij als directeur van Delft Marketing. Bij zijn vertrek geeft hij de kansen die hij ziet graag mee.
Wanneer is het RBT op Landgoed Zonheuvel terechtgekomen?
“Middenin de coronaperiode, in oktober 2021. Het RBT zit hier fantastisch. We bestrijken een gebied van Soest tot Baarn, van Veenendaal tot Rhenen en van Renswoude tot Zeist. Gemeente Utrechtse Heuvelrug ligt precies in het midden. De ideologie van de Campus past ook bij ons. We zijn duurzaam en het zou mooi zijn om het eerste klimaat-neutrale toerismebureau van Nederland te worden.”
“Doordat we in hetzelfde pand zitten als het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug heeft RBT meer contact met deze organisatie en dat bevalt goed. Mijn droom was en is als volgt: begin met verschillende partijen die actief zijn op het gebied van natuur en cultuur in deze regio het Huis voor de Utrechtse Heuvelrug, een plek waar wordt samengewerkt aan een vitale regio.”
“Ik stel me voor dat we de krachten bundelen met partijen zoals Geopark Heuvelrug, Gooi en Vecht, Routebureau Utrecht en GoedVolk. Zo’n Huis voor de Heuvelrug past daardoor goed op de Campus.”
“Er wordt vaak gedacht dat organisaties die zich bezig houden met recreatie, natuur en cultuur tegenstrijdige belangen hebben, maar mijn ervaring is dat wanneer je met elkaar in gesprek gaat je het voor 80% eens bent. Door samen activiteiten te organiseren, leren partijen elkaar kennen, ontstaat er gemeenschapszin en krijg je gemeenschappelijke opgaves beter voor elkaar.”
Wat vind je van de Campus?
“De Campus is een prachtige plek met een mooi verhaal. Maar het is geen music for the millions. Pas tijdens de brainstormdag met alle campuspartners ontdekte ik hoe bijzonder deze plek is. Ik heb toen aan Peter van Doorn van Goedlandt, de groene rentmeester van het landgoed, gevraagd of hij mijn collega’s een rondleiding kon geven. Tijdens een teamdag vertelde hij het verhaal van schrijver Maarten Maartens, de eerste bewoner van Landgoed Zonheuvel en dat deze Campus een ontmoetingsplek is waar het draait om samenwerken, inspireren en bezinnen.”
“Duurzaamheid is een thema dat campuspartners bindt. Het contact met hen is verrassend en er komen nieuwe samenwerkingsrelaties uit voort. Zo hebben we met ProAnalytics gesproken over data-onderzoek.”
“Ik zou het leuk vinden als er een of twee keer per jaar iets georganiseerd zou worden voor alle medewerkers van de bedrijven op de Campus. De Kerstperiode zouden we samen kunnen inluiden met de onthulling van een boom voor het Maarten Maartenshuis en een Kerstmarkt van streekproducten uit de regio. Je biedt je collega’s zo iets extra’s en het straalt af op de regio.”
Wat zou jij graag gerealiseerd zien?
“Een deelfietsenplan waarmee je van station Maarn makkelijk naar de Campus kunt rijden. Het conferentiecentrum ligt op een prachtige plek in de natuur. De prijs-kwaliteitverhouding is goed. Maar de auto gaat de stad uit en daarom vind ik dat je moet onderzoeken hoe je omgaat met duurzaam vervoer. Bijvoorbeeld met een witte fietsenplan.”
Welke uitdagingen zie je voor de regio?
“Er is weinig ruimte en we bevinden ons in een energietransitie. De Utrechtse Heuvelrug staat onder invloed van de Randstad en ligt tussen Utrecht en Amersfoort, twee grote steden. In de toekomst zullen daar meer mensen gaan wonen die allemaal naar buiten willen. En we hebben ook nog een woningbouwopgave. Die ruimtelijke opgave dwingt partijen na te denken over sturing. Als het op sommige plekken erg druk is, kan doorverwezen worden naar rustigere plekken. We kunnen de uitdagingen aan door samen te werken, maar dan moeten we wel over bestuurlijke grenzen heen. Als je de Utrechtse Heuvelrug goed georganiseerd krijgt, ben je een interessante partner voor de provincie en de stad Utrecht. En ja, dan kom ik toch weer bij dat Huis voor de Heuvelrug uit.”
Wat geeft jou energie?
“Samen met anderen iets voor elkaar krijgen. Het wordt uitdagender als mensen weinig raakvlakken met elkaar denken te hebben, maar het proces is altijd hetzelfde. Zodra je mensen met elkaar in contact brengt, ontstaat er een soort gemeenschappelijke aanpak en kun je bergen verzetten.”
“De eerste keer dat ik dat sterk merkte, was twaalf jaar geleden. Ik werkte toen in de marketing voor de stad Utrecht. De stad had veel potentie, maar er kwam weinig van de grond. Tot Aleid Wolfsen, de toenmalig burgemeester, een aantal mensen bij elkaar riep om het tij te keren. Er kwamen bestuurders van grote partijen als de Universiteit van Utrecht en de Jaarbeurs. Ik was daar ook omdat mijn directeur ziek was. Alle partijen keken elkaar in de ogen en spraken uit dat ze ervoor wilden gaan om Utrecht op de kaart te zetten. Er was zo’n sterke motivatie bij iedereen. Diezelfde avond ontstond het plan om Utrecht op te geven voor de start van de Tour de France.”
Wat was een hoogtepunt van het afgelopen jaar?
“Het Heuvelrug Duurzaamheidsfestival. We hadden niet veel tijd en we hadden het beter voor moeten bereiden, maar het feit is dat als we niets hadden gedaan er niets was gebeurd. We begonnen met 12 activiteiten en aan het eind van het festival waren het er 20. Iedereen vond het leuk dat er iets gebeurde. Indrukwekkend vond ik het afvalvrij maken van het parcours van de Vuelta. We zetten een actie op en mensen kwamen in groten getale ploggen.”
Welke ervaringen neem je mee naar je nieuwe functie als directeur Marketing Delft?
“Het belang van samenwerken met verschillende partijen. Het eerste wat ik zei toen ik was aangenomen als directeur van Marketing Delft was: ‘Ik wil een Huis voor Delft’. En het mooie is, dat huis gaat er komen! Het komt midden in de stad en zal al het moois laten zien wat Delft te bieden heeft.”
“Ik kom graag naar de Campus om erover te vertellen. Ik hoop ook dat de volgende directeur het RBT naar een volgende fase brengt. Dat iemand met nieuwe, frisse ideeën het een nieuwe impuls geeft. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit lukt. Het voelt dubbel om te vertrekken, maar verandering is goed. Ik heb mijn best gedaan en nu mag een ander het verder ontwikkelen.”