”Kunnen we die modieuze economische termen niet vervangen door oude, vertrouwde woorden?” Afgelopen maandag gaf ik naar aanleiding van deze columns een lezing in Zuid-Wolde. De vraag kwam van een kranige, oudere dame, die onmiddellijk in de smiezen had wat het project Welkom in Bubbelonië behelst. “U zegt dat onze taal langzamerhand een economische taal dreigt te worden, dat steeds meer woorden een financiële bijklank krijgen. De oplossing is eenvoudig: gebruik oude bestaande woorden. Neem een woord als ‘integer’. Volgens mij betekent dat betrouwbaar. Zeg dat dan.”
Is het zo eenvoudig? Het gaat toch niet om mijn of ons taalgebruik maar om het taalgebruik in de samenleving? De volgende ochtend viel het kwartje. Trouw kopte: “Rijksambtenaren voelen druk om niet-integer te handelen.” Een op de zes rijksambtenaren blijkt wel eens onder druk te zijn gezet iets te doen “wat eigenlijk niet hoort”. “Het niet-integer handelen heeft volgens 85 procent van de ambtenaren gevolgen voor het publieke en maatschappelijke belang.” En voor de ambtenaren zelf is dit niet-integer handelen ook heus onprettig: “Ruim de helft van de ambtenaren ervaart door de druk klachten als stress, angst of schuldgevoelens.”
De Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven schreef ooit dat de betekenis van ‘integer’ in het Latijn al verschoven is van ‘heel’, ‘onbeschadigd’ of ‘ongedeerd’ naar ‘eerlijk’, ‘niet toegankelijk voor corruptie’. Volgens Verhoeven begaf het woord zich zo “in de richting van een nobele, maar dubieuze manipuleerbaarheid.” Want wat heel is en onbeschadigd staat wel vast, maar eerlijk is een ethisch begrip waar wel over te twisten valt. Verhoeven: “Het wordt bij wijze van spreken ten hemel opgenomen en onttrekt zich aan onze ogen.”
Hoewel Verhoeven ‘integer’ al in het predigitale tijdperk ontleedde, is dit precies wat er met ‘niet-integer handelen’ gebeurt. Doordat er commissies naar het woord worden vernoemd, doordat ambtenaren een eed afleggen waarin ze nobel beloven integer te handelen, wordt ‘integer’ ten hemel opgenomen. Maar wat integer en vooral niet-integer handelen is, onttrekt zich nu wel aan onze ogen.
Aardser formuleren
Steekpenningen aannemen? De ambtenaar zal volmondig erkennen dat dit niet-integer handelen is. Overspel plegen? Waarschijnlijk is de eerste vraag van de ambtenaar: met een collega in een afhankelijke positie of niet? Als het niet met zo’n collega is, heeft dit voor de ambtenaar waarschijnlijk niets met niet-integer handelen te maken. Niet-integer handelen is een woord dat zijn eufemistische rol speelt in de private, publieke of politieke sector. Zou het woord in de privésfeer kunnen functioneren? Hoe zou de vrouw van de overspelige ambtenaar het gedrag van haar man noemen? Integer, niet-integer? Of zou ze een heel andere term kiezen?
‘Niet-integer’ is geen woord van mij of van jou; het duidt niets van ons aan maar wijst op iets abstracts in de maatschappij. Willen we dat abstracte bestrijden, dan is het misschien goed een poging te wagen het woord terug te halen uit de hemel, en te doen wat de oude dame uit Zuidwolde adviseerde. Als je niet-integer handelen bij ambtenaren gewoon corrupt handelen noemt, wat gebeurt er dan? Met andere woorden: ‘Rijksambtenaren voelen druk om corrupt te worden.’ Ernstige zaak. ‘Dit corrupte handelen heeft volgens 85 procent van de ambtenaren gevolgen voor het publieke en maatschappelijke belang’. Tja, als we het zo, wat aardser formuleren, zou die resterende 15 procent van de ambtenaren er dan nog anders over kúnnen denken?
Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks bij Trouw woorden onder de loep. Lees hier eerdere columns terug en volg @bubbelonie op Twitter voor inspirerende Bubbelquotes.