op Gepost in de categorie Nieuws

‘Succes!’ hoorde ik vorige week een moeder roepen, toen ze voor school haar fiets omdraaide en haar elfjarige zoon nawuifde. Succes? Op weg naar huis vroeg ik mij af of ik dit mijn zoon ook wel eens adviseer. Vast wel. Wat moet je anders roepen? Maar is het zinnig?

De laatste weken lijkt er een storm losgebarsten over de prestatiemaatschappij waar wij onze kinderen met ons toetsgedrag vanaf de basisschool goedmoedig injagen. NRC Handelsblad publiceerde onlangs een serie over de toetsgeneratie.  Nooit eerder sleepte de jeugd zich langs zoveel toetsmomenten: we beginnen met leerlingvolgsystemen, die al gekscherend leerlingachtervolgsystemen worden genoemd. We gaan hier vrolijk mee door met alle overhoringen op de middelbare school. Studenten testen zich een burn-out in. En als ze daar weer uit komen, moeten ze als sollicitant assessments en intelligentietesten afleggen. “Succes!”

Slagen

We hebben het woord ‘succes’ overgenomen uit het Frans. Het stamt uiteindelijk af van het Latijnse werkwoord succedere, dat ‘lukken, slagen’ betekent. Vanaf de morgenstond wensen wij ons kind dat het slaagt.

Een slechte ontwikkeling, meent psychoanalyticus Paul Verhaeghe, want de dwang tot prestatie en succes leidt tot een hang naar perfectie: “Het nieuwe mensbeeld is dat van perfectie. Ik ben nooit goed genoeg.” Dat is uitputtend volgens Verhaeghe, want van je eigen schaduw kun je nooit winnen. “We zijn doorgeschoten in het perfectionisme. Een dodelijke combinatie: het individuele, het concurrentiële, prestatiegerichte, met als mogelijk eindpunt perfectie. Dan wordt het wel heel zwaar.” Verhaeghe concludeert: “Succesvolle, mooie en gelukkige mensen zijn de standaard.”

Niemand wil deze ontwikkeling, want we weten allemaal dat dit nieuwe standaardbeeld een aanjager is van de burn-out-epidemie, die nog lang niet uitgeraasd is. Donderdag schreef Trouw dat het aantal werknemers dat klaagt over een opgebrand gevoel in tien jaar met bijna de helft is toegenomen.

Dragen we daar aan bij door onze kinderen succes te wensen als ze een school binnengaan? Of is dat overdreven gesteld, en is de betekenis van dat woordje gewoon gedevalueerd?

De kracht van woorden

Taal vermag nog veel, stelde de twintigste-eeuwse filosofie. Volgens de Oostenrijks-Britse filosoof Ludwig Wittgenstein is taal niet langer alleen een afbeelding van de werkelijkheid, maar bevindt taal zich in de wereld, taal is iets wat we doen. Woorden krijgen pas betekenis in het gebruik ervan. Oftewel: met onze manier van spreken gaat een bepaalde werkelijkheid gepaard. Wittgenstein kwam zo aan het begin te staan van wat de linquistic turn in de filosofie genoemd wordt.

Sinds Wittgenstein ontdekken we steeds meer dat de zoektocht naar waarheid begint bij het bestuderen van taalgebruik. Taal is niet alleen een middel om iets voor elkaar te krijgen, maar creëert zelf betekenis, ‘maakt’ een wereld.

Door onze kinderen succes te wensen, en dat niet één keer maar misschien elke morgen, maken we, of dragen we bij aan een wereld die gericht is op maatschappelijk succes. Is dat de taak van de school? Een paar jaar geleden hield toenmalig minister van onderwijs Jet Bussemaker een lezing met als titel ‘Vaardigheden voor de toekomst’, waarin ze nadacht over de taken van het onderwijs. Bussemaker brak destijds een lans voor onderwijs als bron van toerusting voor iedereen, voor onderwijs dat vaardigheden ziet als voorwaarden voor verbeelding en voor onderwijs dat creatieve, competente rebellen voortbrengt.

Brengt dat op succesgerichte onderwijs nu creatieve, competente rebellen voort? Rebel betekent oorspronkelijk ‘opstandig, dwars, ongehoorzaam’. Het lijkt erop dat wij nu op school precies het tegendeel bereiken. Volgens Verheaghe is ons onderwijs er namelijk op gericht kinderen te laten slagen voor de toetsen. “Teaching to the test.” Pers ze allemaal in dezelfde mal, wie dwars is loopt het gevaar dat hij niet in de test past.

Voorrecht

Ons woord ‘school’ komt van het Griekse woord ‘scholè’, dat ‘vrije tijd’ betekent. Griekse mannen in de Oudheid die scholè hadden, hoefden niet te werken. Zij konden zich ontwikkelen tot zelfstandige, mondige burgers, die de toekomst van Athene bepaalden.

Scholing was een voorrecht, niet gericht op maatschappelijk succes maar op persoonlijke ontwikkeling. Misschien moeten we de scholing van onze kinderen weer zo gaan zien: scholing geniet je, het is een voorrecht om echt iets te kunnen leren. En dat is misschien wel iets heel anders, dan waar je nu, op de korte termijn succes mee zou kunnen behalen. Willen we dat onze kinderen als mens succedere dan moeten we onze kinderen misschien wat anders toewensen dan succes. ‘Geniet ervan’, dat zal ik de komende tijd mijn zoon naroepen, als hij de school binnenstapt. Op naar de Citotoets.

Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Lees de eerdere columns terug op www.bubbelonie.nl en volg @bubbelonie op Twitter.