Vorige week las ik in de Volkskrant een mooie reportage over de helse golven in het Portugese kustplaatsje Nazaré. Omdat ik vroeger veel gesurft heb, blijf ik deze helden met nog altijd een beetje weemoed volgen. “Iedere surfer”, schrijft de Volkskrant, “is een kleine Odysseus die onbevreesd de Cycloop, die woeste reus, tegemoettreedt.”
Ja, deze helden bulken van de moed. Zij zijn bereid de confrontatie met lichamelijke pijn, pech, levensgevaarlijke situaties, onzekerheid en angst aan te gaan. Moed is van oudsher een van de kardinale deugden. Men noemt het een psychologisch kenmerk en een karaktertrek.
Nog geen uur later las ik een passage in ‘De moed van imperfectie; laat gaan wie je denkt te moeten zijn’ van de Amerikaanse bestsellerauteur Brené Brown. Zij kijkt verrassend anders tegen moed aan. Bij haar interpretatie keert zij terug naar de stam van het Engelse woord voor moed, courage: cor. Dat is het Latijnse woord voor hart. “Lang geleden,” schrijft zij, “had het woord courage een andere betekenis dan tegenwoordig. Courage hebben betekende oorspronkelijk ‘zeggen wat je op je hart hebt’.”
Onmiddellijk moest ik denken aan een dag die ik een aantal weken geleden voor dit project ‘Welkom in Bubbelonië’ organiseerde met ROC Friese Poort. Bij binnenkomst oogden de studenten zoals wij helden voorstellen: stoer, nonchalant, ongenaakbaar, alsof ze zo de confrontatie met levensgevaarlijke situaties aan zouden kunnen.
Wat gingen wij die dag doen? Een beetje praten over woordjes. Is er niets stoerders om over te praten? Zij zeiden dit niet, maar ik kan me voorstellen dat ze het wél dachten.
Tegendraadsheid
Om uit te leggen waarom het zo belangrijk is over taal te praten, gebruikte ik een lezing die toenmalig minister van onderwijs Jet Bussemaker op 17 maart 2014 hield tijdens het symposium ‘Vaardigheden voor de toekomst’. Bussemaker brak destijds een lans voor onderwijs als bron van toerusting voor iedereen, voor onderwijs dat vaardigheden ziet als voorwaarden voor verbeelding en voor onderwijs dat creatieve, competente rebellen voortbrengt.”
Het kenmerk van een rebel is haar tegendraadsheid. Die uit een rebel in eerste instantie in woorden. Wil zo’n rebel zich kunnen verzetten tegen slaafse navolging, wil zij uit haar veilige bubbel kunnen breken, dan moet zij zich bewust worden van de woorden die zij gebruikt. Een creatieve, competente rebel is mondig, wat iets heel anders is dan assertief. Een rebel durft te denken, bijvoorbeeld over haar eigen toekomst – een rebel kan trouwens ook een hij zijn.
Is het makkelijk zo’n rebel te worden? Telkens opnieuw komt uit onderzoeken naar voren dat Nederlandse jongeren gelukkig zijn, maar steeds meer druk ervaren in hun sociale leven, op stage en op het werk. Driekwart van hen heeft stress- en burn-out klachten. Alles wat te maken heeft met werk, media en internet verandert in onze samenleving razendsnel, waarbij het opvalt dat de taal die voorheen alleen in het bedrijfsleven gesproken werd, beetje bij beetje ons privéleven binnendringt. Stress, druk, flexibiliteit, prestatie, autonomie, crisis, consumptie, bonus – het zijn woorden waar we in eerste instantie een economische betekenis aan geven. Maar wat zeggen die woorden óns? Nemen we die economische betekenis slaafs over, of rebelleren we ertegen?
Heldenmoed
In de loop der tijd is de betekenis van het woord ‘moed’ veranderd, en tegenwoordig denken we bij courage graag aan heldhaftigheid. Heldenmoed is belangrijk, misschien dat je wel één keer iemand het leven kunt redden, of wat vaker een paar reusachtige golven kunt trotseren. Maar ik denk dat we vergeten dat eerlijk en open praten over wie we zijn, over wat we voelen en over onze ervaringen ook moedig is. Deze vorm van moed heeft te maken met jouw kwetsbaarheid. Het vergt flink wat moed die op het spel te zetten, en goed proberen te formuleren wat je op je hart hebt. Maar willen we werkelijk competente rebellen opleiden, dan zullen we die oude betekenis van moed nieuw leven moeten inblazen.
Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Lees de eerdere columns terug op www.bubbelonie.nl en volg @bubbelonie op Twitter voor inspirerende Bubbelquotes.